De Hartstichting investeert, samen met ZonMw, 7,5 miljoen euro in onderzoek naar het volhouden van een gezonde leefstijl. Het geld gaat naar drie projecten die zich richten op verschillende doelgroepen: jongeren (10-14 jaar) en volwassen met een lage(re) sociaaleconomische status en hart- en vaatpatiënten.
Twee van de drie gehonoreerde projecten hebben betrekking op het creëren van veranderingen in de omgeving. Zo wordt er onderzocht of mensen voor gezondere producten kiezen door aanpassingen in de supermarkt te doen, zoals aanprijzingen. Er worden veranderingen in de omgeving van jongeren doorgevoerd en onderzocht of dit gezond gedrag stimuleert. Daarnaast wordt er onderzocht of hart- en vaatpatiënten baat hebben bij individuele leefstijl-coaching in combinatie met het belonen van gezond gedrag.
Verleidingen
Ondanks alle inspanningen die al gedaan worden om gezond te leven, houden de meeste mensen het in de praktijk niet vol om daar echt naar te leven, schrijft de Hartstichting in haar persbericht: ‘Zo staan mensen dagelijks bloot aan talloze ongezonde verleidingen in hun omgeving. Ook als mensen al een hart- of vaatziekte hebben (gehad), blijft het moeilijk om gezond te eten en voldoende te bewegen. Daarmee lopen patiënten een verhoogd risico om nogmaals een hart- of vaatziekte te krijgen en neemt de kans op herstel af.’
Verschillende doelgroepen
Floris Italianer, directeur van de Hartstichting: ‘Op dit moment zijn er ruim 1 miljoen hart- en vaatpatiënten in Nederland. Dit aantal zal de komende decennia toenemen als we de risicofactoren hoge bloeddruk, cholesterol, roken en overgewicht niet terugdringen. We willen met deze investering ervoor zorgen dat mensen gebruik maken van nieuwe manieren om gezond leven vol te houden en daarmee hun kans op hart- en vaatziekten te verkleinen.’
Langdurig gezond
‘Ons ideaalbeeld is dat iedereen in Nederland langdurig gezond kan leven’, vervolgt hij. ‘We willen dat meer mensen gezonde keuzes maken, zodat zij zich vitaal voelen en minder risico lopen om hart- en vaatziekten te krijgen. We richten ons nu op het vinden van nieuwe methodes. Aansluitend gaan we er alles aan doen om deze toegankelijk te maken voor zoveel mogelijk mensen.’