Verslaafd zijn aan sport: dat is toch gezond? Sporten is inderdaad gezond maar niet als het een obsessie wordt en ten koste gaat van de persoonlijke omgeving, zoals werk, vrienden en familie. Zo herken je een sportverslaving, ook wel bigorexia of spierdysmorfie genoemd.
Bigorexia is een medische term voor een verstoord lichaamsbeeld waarbij iemand denkt dat hij te weinig spiermassa heeft. Bigorexia is een erkende psychische stoornis, en gaat vaak samen met een sportverslaving. Iemand die verslaafd is aan sporten is eigenlijk verslaafd aan endorfine: een natuurlijke pijnstiller die het lichaam zelf aanmaakt en vrijkomt bij liefde, chocolade, drugs en sport. Het stofje zorgt voor een plezierig en aangenaam gevoel.
Een sportverslaving klinkt niet ernstig doordat de omgeving sporten associeert met ‘gezond bezig zijn’. Vergeleken met een alcohol- of drugsverslaafde waarbij de verslaving al snel door de omgeving wordt opgemerkt, kan het bij een sportverslaafde zelfs tien tot vijftien jaar duren voordat duidelijk wordt dat het om een verslaving gaat.
Bigorexia en een sportverslaving kunnen zowel lichamelijk als geestelijk gevaarlijk zijn. Wanneer het trainen wegvalt kunnen er afkickverschijnselen ontstaan, zoals verhoogde spierspanning, duizeligheid en hartkloppingen. Ook is het mogelijk je letterlijk kapot te trainen: pezen en aanhechtingen van spieren gaan kapot of raken ontstoken. Verder kan een sportverslaafde in een sociaal isolement terechtkomen door allerlei dagelijkse bezigheden af te zeggen.
Dit maakt een sportverslaving ongezond: het gaat ten koste van een complete en gebalanceerde leefstijl.
Sporten is gezond maar sport met mate!