Een aantal studies hebben al aangetoond dat optimistische mensen gezonder zijn. Er is een nieuwe studie bekend die dat bevestigt.
Optimisme is niet hetzelfde als altijd vrolijk zijn, net zoals pessimisme niet betekent dat je altijd negatieve emoties voelt. Optimisme en pessimisme gaat over hoe je naar de toekomst kijkt: verwacht je dat er vooral positieve gebeurtenissen komen, of vooral negatieve gebeurtenissen?
Het is al aangetoond dat optimisten minder stress voelen en beter en flexibeler om kunnen gaan met moeilijke levensgebeurtenissen. Er is een associatie gevonden tussen optimisme en een lager risico op hartziekten, beroertes, longziektes en kanker. Er is zelfs bewijs dat optimisten langer leven. Uit deze nieuwe studie blijkt dat optimisten tot wel 1,5 keer minder vaak obees zijn, minder slaapproblemen en depressie hebben.
Er zijn een aantal manieren waarop je optimisme kunt ‘trainen’:
- Train dankbaarheid door elke dag 3 dingen te noemen waarvoor je dankbaar bent.
- Probeer de zilveren randjes te vinden. Er is altijd wel iets te bedenken wat een moeilijke situatie waardevol maakt. Probeer het negatieve niet weg te drukken maar geef ruimte aan het positieve.
- Focus op de zaken waar je controle op hebt. Je hebt bijvoorbeeld geen controle op het verliezen van een baan maar wél op het zoeken naar iets nieuws.