Veel mensen zijn afhankelijk van de avond voor de dagelijkse beweging en sport. Maar er wordt gezegd dat in de avond sporten slecht is voor de nachtrust. Hoe zit dat?
Sporters die te weinig slapen presteren slechter. Slaaptekort heeft een negatief effect op de snelheid, nauwkeurigheid, concentratie, leervaardigheid, pijngrens, blessuregevoeligheid en duurprestaties van sporters. Goed en genoeg slapen is dus van groot belang voor sporters. Hoeveel slaap iemand nodig heeft, verschilt per persoon en is moeilijk vast te stellen, maar ligt tussen de zeven en negen uur. Sporters hebben waarschijnlijk meer slaap nodig.
Door het sporten komen stresshormonen vrij die ons alert en wakker houden. Bovendien stijgt de lichaamstemperatuur door het sporten en om goed in slaap te vallen moet het lichaam eerst afkoelen.
Training in de avond heeft geen negatieve invloed op slaap, zolang er nog een uur zit tussen het sporten en het slapengaan. Het is zelfs zo dat mensen die ’s avonds sporten sneller in slaap vallen, dieper en langer slapen. De meest vitale fase van de slaap – de zogeheten ‘slow wave sleep’, waarbij het lichaam herstelprocessen intensiveert en anabole hormonen produceert – neemt zelfs toe door te trainen in de avond.
Onvoldoende slaap kan de normale stofwisseling hinderen, waardoor de voorraad koolhydraten niet optimaal aangevuld wordt. Dat kan vooral bij duursporten gaan tegenwerken. Niet goed kunnen slapen kan ook een symptoom zijn van overtraining.
Erg intensief sporten heeft wél een negatief effect op de nachtrust. Mensen die zeer intensief trainen doen er langer over om in slaap te vallen. Ook de duur en de kwaliteit van de slaap is minder.