Bijna iedereen die afvalt is bezig met calorieën tellen. Dat is tot op zekere hoogte nuttig maar er zijn ook goede redenen om te stoppen.
- Het biedt schijnzekerheid. De ene banaan is de andere niet en de voedingswaarde kan afhangen van de rijpheid van het product. Ook bij de voedingswaarde die vermeld staat op de verpakking van een product is meestal met behulp van tabellen uitgerekend hoeveel calorieën erin zitten. Gerekend met gemiddelden dus. Daar komt bij dat je aan de verbruikskant ook met gemiddelden werkt. Je weet bijna nooit helemaal precies wat jouw lichaam nodig heeft. De adviezen voor hoeveel calorieën je per dag nodig hebt zijn ook maar berekend op basis van gemiddelden want elk mens is helemaal anders.
- De focus ligt verkeerd. Bij calorieën tellen is dat vaak het enige waar je op let: de calorieën. Terwijl de voedingswaarde ook meetelt. Of je nu 100 calorieën aan suiker eet of 100 calorieën aan groente is iets heel anders. Producten met meer vezels en eiwitten vullen langer, terwijl producten met veel zout, suiker en weinig vezels je snel weer aan het eten zullen zetten. Ook is het natuurlijk belangrijk dat je aan je dagelijkse hoeveelheid vitamines en mineralen komt.
- De timing is relevant. Of je al je eten in 1 keer opeet, of dat verdeelt over de dag, beïnvloedt de opslag van eten. Als je veel in één keer eet moet je lichaam dat opslaan als vet. Als je eet na het sporten gebruikt je lichaam het eten voor herstel.
Het is natuurlijk goed om te weten hoeveel calorieën je ongeveer eet omdat een teveel aan calorieën leidt tot overgewicht. Maar zoals alles: doe het met mate.