Boulderen is een relatief nieuwe sport, en wint snel aan populariteit. Het is intensief, maar ook erg leuk. Wat is het nu precies?
Boulderen is een explosieve en spectaculaire manier van klimmen. ‘Boulder’ is Engels voor ‘rotsblok’. Boulderen is dan ook letterlijk: klimmen op een rotsblok. Omdat er in Nederland geen goede rotsblokken zijn beoefenen we deze sport in boulderhallen, op klimwanden met een maximale hoogte van 4,5 meter.
De klimroutes zijn puzzels die je oplost met techniek, kracht en denkwerk. Anders dan bij klimmen heb je bij boulderen geen touw en klimgordels nodig. Dikke valmatten onder de routes zorgen voor veiligheid. Er zijn meerdere routes, ook voor ongetrainde beginners is er genoeg te doen. Het helpt overigens wel als je al een beetje fit bent.
Het kan zelfs zijn dat je halverwege een route zelfs ondersteboven moet hangen. Hierdoor krijg je sterke core-spieren, beenspieren en ook armspieren. Een full-body workout dus! En het leuke is dat je er flink calorieën mee verbrandt: een persoon van 70 kilo verbrandt ruim 500 calorieën per uur met boulderen.
In een boulderhal zul je vast andere klimmers opmerken die soms de meest onmogelijke grepen kunnen vasthouden of bijzondere klimbewegingen maken. Vaak is het een combinatie van techniek en kracht (vooral in de handen en onderarmen) dat enorm helpt om bij bepaalde grepen te kunnen komen en deze vast te kunnen houden. Ga je regelmatig klimmen of boulderen dan zul je al gauw merken hoe je beter kunt worden en merk je dat je vanzelf sterker wordt.
Boulderen is ook een sociale sport. Je kunt gerust aan anderen vragen hoe je een boulder-probleem op kunt lossen, en je mag gerust kijken hoe andere mensen bezig zijn.