Persoonlijk voedingsadvies aan de hand van je genen is een modern staaltje medische techniek die in opkomst is. Wat is de zin en de onzin hiervan?
DNA beïnvloedt de manier waarop voeding wordt opgenomen. Een aantal bedrijven zijn hierop ingesprongen en geven aan de hand van een analyse van een ingestuurd DNA-sample de klant advies over hun voeding.
DNA is de kern van ons bestaan: in de celkern is onze blauwdruk opgeslagen. Hierin staat bijvoorbeeld welke kleur onze ogen zijn, en of we gevoelig zijn voor bepaalde ziektes. Ook staat hierin hoe bepaalde enzymen worden gemaakt die belangrijk zijn bij de vertering van ons voedsel. Een voorbeeld: negen procent van de Nederlanders is lactose-intolerant vanwege een mutatie van het DNA. Het enzym lactase wordt dan niet of niet goed aangemaakt.
Deze DNA-analyse die wordt aangeboden betekent meestal dat er wordt gekeken welke genetische variaties er in het DNA voorkomen wat betreft voeding, welke stoffen gemakkelijker worden verteerd dan andere. Soms wordt er ook gekeken naar hoeveel risico een klant loopt op een ziekte zoals lactose-intolerantie of diabetes. Op deze manier kan aan de hand van de genen een advies gegeven worden over welke voedingsmiddelen men beter kan vermijden, of welke juist volop gegeten mogen worden.
Er is ook genoeg kritiek op het DNA-dieet. De analyses kunnen op verschillende manieren worden uitgevoerd. Hierdoor kunnen uitkomsten erg verschillen. De bedrijven lopen vooruit op de wetenschap: over sommige stukken DNA worden conclusies getrokken terwijl in de wetenschap er alleen nog maar lichte aanwijzingen zijn voor hun werking.
Daarnaast heeft levensstijl ook een groter effect op de gezondheid dan DNA. Als bijvoorbeeld uit het DNA blijkt dat er een grote behoefte aan vitamine D is, maar iemand elke dag veel buiten is, is een advies om meer vitamine D te nemen niet zinvol.
DNA-analyses kunnen veel informatie geven over hoe het lichaam werkt, maar levensstijl heeft een veel grotere invloed op de gezondheid.